Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de dividendbelasting 1965

 

Artikel 3a
1
Voorzover de storting op aandelen in een vennootschap bestaat uit aandelen in een andere vennootschap wordt ten aanzien van alle aandeelhouders slechts als gestort aangemerkt hetgeen op de laatstbedoelde aandelen is gestort, verminderd met hetgeen in contanten is bijbetaald. In afwijking van de eerste volzin wordt, ingeval die andere vennootschap niet in Nederland is gevestigd, als gestort kapitaal aangemerkt de waarde in het economische verkeer van de ingebrachte aandelen ten tijde van de storting, tenzij deze aandelenruil in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Een aandelenruil wordt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing indien de aandelenruil niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen, zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de bij de aandelenruil betrokken rechtspersonen. De vennootschap die zekerheid wenst omtrent de vraag of de aandelenruil wordt geacht niet in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of het uitstellen van belastingheffing, kan vóór de aandelenruil een verzoek indienen bij de inspecteur die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.
2
In geval van een overgang onder algemene titel in het kader van een splitsing van een rechtspersoon wordt ten aanzien van alle aandeelhouders ten hoogste een evenredig gedeelte van het bedrag van het op de aandelen in de splitsende rechtspersoon gestorte kapitaal aangemerkt als gestort kapitaal op de door de verkrijgende rechtspersonen in het kader van de splitsing toegekende aandelen, en wordt, in geval van een splitsing waarbij de splitsende rechtspersoon blijft bestaan, het op de aandelen in de splitsende rechtspersoon gestorte kapitaal in dezelfde mate verminderd. Indien in het kader van de splitsing een bijbetaling in contanten plaatsvindt, wordt voor de toepassing van de vorige volzin het op de aandelen in de splitsende rechtspersoon gestorte kapitaal verminderd met deze bijbetaling.
3
In geval van een overgang onder algemene titel in het kader van een fusie van een rechtspersoon wordt ten aanzien van alle aandeelhouders ten hoogste het bedrag van het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal aangemerkt als gestort kapitaal op de door de verkrijgende rechtspersonen in het kader van de fusie toegekende aandelen. Indien in het kader van de fusie een bijbetaling in contanten plaatsvindt, wordt voor de toepassing van de vorige volzin het op de aandelen in de verdwijnende rechtspersoon gestorte kapitaal verminderd met deze bijbetaling.
4
Indien de overgang onder algemene titel in het kader van een splitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing, blijft het tweede lid buiten toepassing; in dat geval wordt hetgeen bij de splitsing door een aandeelhouder als zodanig wordt genoten aangemerkt als een uitdeling van winst door de splitsende rechtspersoon. Een splitsing wordt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing indien de splitsing niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen, zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende en de verkrijgende rechtspersonen. Zakelijke overwegingen worden voorts niet aanwezig geacht indien de activa die bij de splitsing overgaan op de andere rechtspersoon hoofdzakelijk, onmiddellijk of middellijk, bestaan uit beleggingen - liquide middelen daaronder begrepen - of indien hetgeen bij de splitsende rechtspersoon achterblijft hoofdzakelijk - onmiddellijk of middellijk bestaat uit beleggingen, tenzij de beleggingen die overgaan respectievelijk achterblijven geen afzondering van ingehouden winst representeren.
5
Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder een evenredig gedeelte verstaan: een gedeelte dat evenredig is aan de verhouding tussen de waarde in het economische verkeer ten tijde van de splitsing van de vermogensbestanddelen van de splitsende rechtspersoon die overgaan op de verkrijgende rechtspersoon en de waarde in het economische verkeer ten tijde van de splitsing van het gehele vermogen van de splitsende rechtspersoon.
6
De splitsende rechtspersoon die zekerheid wil hebben omtrent de vraag of de splitsing niet wordt geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing, kan voor de splitsing een verzoek indienen bij de inspecteur die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AI1338, Eerste aanleg - meervoudig, 02/04798
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    10-06-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Ter zake van de verkoop van onroerende zaken door belanghebbende aan haar aandeelhouders is een te lage prijs in aanmerking genomen. Het verschil tussen de overeengekomen prijs en de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaken ten tijde van die vervreemding vormt een uitdeling. Dit geldt...
  •